Meer ruis

Focus: Misja Nolet & Leonore Spee

07/11/2018

“Het is noodzakelijk dat er onder witte mensen meer gesproken wordt over racisme en over de rol van witheid.”

Zuidpool in gesprek met Leonore Spee.

Je maakt deze voorstelling samen met Misja Nolet. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

We hebben elkaar leren kennen in de opleiding Kleinkunst aan het Conservatorium in Antwerpen. Misja startte de opleiding een jaar later dan ik en logeerde tijdens de auditie week in mijn appartement. We hadden vrijwel direct een bijzondere, intieme klik en zijn het jaar daarop gaan samenwonen. In die tijd hebben we elkaar écht leren kennen en ontstond het idee van een samenwerking. Toen hebben we onszelf de vraag gesteld: liever samenwonen of samenwerken? We zijn dan allebei verhuisd en nu werken we aan onze eerste voorstelling samen.

Jullie project vertrekt van het boek 'Witte onschuld' van Gloria Wekker. Wat sprak jullie daar zo in aan?

Het idee om voor deze voorstelling met een maatschappelijk thema aan de haal te gaan ontstond zo'n anderhalf jaar geleden. We vertrokken vanuit feminisme. In het jaar dat erop volgde zijn we veel lezingen, voorstellingen en debatten gaan bezoeken (denk aan: Beyond the binary) waar onze thematiek gevoelsmatig aan raakte. Al die tijd was het moeilijk om er met twee een echt gesprek over te voeren, omdat we precies geen taal of toon vonden waarin wij er met onze gebrekkige kennis iets zinnigs over te melden hadden. Bovendien voelde het goed om te kijken, te luisteren.

Op een avond in het Kaaitheater zag ik Gloria Wekker voor het eerst spreken. Ik moet toegeven dat ik nog nooit van haar had gehoord. Ze blies me omver met haar rustige presence, haar nuchtere manier van spreken. Het was een rumoerige avond, waarin mensen uit het publiek zich op den duur begonnen moeien met wat er op het podium gebeurde (voornamelijk het nagesprek tussen Gloria Wekker en Bert Bultinck, hoofdredacteur van de Knack, zorgde voor de nodige spanning: Bert Bultinck wees schaamteloos naar zichzelf als 'de witte man met macht' waar Gloria Wekker het die avond meermaals over had gehad). Die avond liep ik naar het station en voelde ik de nood om te spreken. Over wat er was gebeurd die avond, al die avonden daarvoor, hoe je ertoe te verhouden en tot slot: hoe er een constructieve bijdrage aan te leveren.

'Witte Onschuld', dat ik vlak hierna begon te lezen, versterkte de noodzaak om mijn passieve rol om te zetten in een actieve. Ik besefte dat, in de debatten die ik had bijgewoond, het vaak de minderheidsgroepering is die voor zichzelf moet opkomen en ik dacht: het is noodzakelijk dat er onder witte mensen meer gesproken wordt over racisme en over de rol van witheid. Die invalshoek voelt nog steeds kloppend en waardevol. Onze voorstelling gaat dan ook expliciet over witheid. Het bijzondere aan het boek 'Witte Onschuld' is dat het een jargon biedt om over racisme te kunnen praten, en dat heeft ontzettend op weg heeft geholpen.

Het boek kende in Nederland een nogal turbulent onthaal. Wekker zelf klaagt aan dat daarbij erg 'op de man' werd gespeeld, meer dan op de inhoud.
Kennelijk is bij vele witte Nederlanders het ongemak erg groot om in de spiegel te kijken. Wekker zelf schrijft daarover:
“Het viel mij ook op dat progressieve witte mensen het vaak heel moeilijk vinden om ‘witte onschuld’ in hun gedrag en denken te onderkennen. Het wordt gemakkelijk herkend bij anderen, bij PVV-stemmers, lager opgeleiden etc. Juist de sterke overtuiging en wens dat zij zelf niet antiracistisch zijn, maakt dat het eigen handelen niet kritisch wordt bekeken. Het is een te belangrijk onderdeel van het zelfbeeld.” (bron: NRC)

Is dat iets wat jullie met de voorstelling ook voor ogen hebben: het publiek confronteren met zijn eigen vooroordelen?

Het is lang zoeken geweest naar het vinden van de juiste toon. We willen absoluut niet met het vingertje wijzen of beweren dat wij antwoorden hebben. Overigens is de vraag die je hier stelt er een die tussen ons twee nog altijd voor discussie zorgt. Misja heeft onbewust de rol op zich genomen van degene die bewaakt dat het wel hard genoeg over (onbewust) racisme blijft gaan, ik ga hier wat vrijer mee om en laat me af en toe meeslepen naar thema's die in eerste instantie vrij weinig met het onderwerp te maken hebben. Grappig genoeg heeft Misja meer angst moraliserend te zijn in de voorstelling en ben ik daar niet zo bang voor.
Ons onderzoek naar institutioneel racisme in Nederland heeft zich naar het einde van het proces uitgebreid naar de vraag wat de rol van theater zou moeten zijn. Moet ze vragen stellen? Antwoorden geven? Eenduidig zijn? Of juist de complexiteit weergeven? Die zoektocht is een belangrijke rol gaan spelen in het proces en zal ook te zien zijn in de voorstelling.

Gebruiken jullie stukken tekst uit het boek? Of is het boek veeleer een inspiratiebron voor jullie eigen teksten?

In eerste instantie zijn we vertrokken vanuit eigen teksten. We wilden een inhoud creëeren die, hoewel geïnspireerd op het gedachtegoed van Gloria Wekker, uit ons kwam. Stilletjes aan zijn er dan scenes in geslopen die vrijwel regelrecht te herleiden zijn naar Witte onschuld. Hier en daar roept ze beelden en situaties op die ons, binnen onze inhoud, plots heel theatraal voorkwamen.